Versoepelde regels rond lijfrente
Geplaatst op 21 november 2024
Een lijfrentepremie is een bedrag dat je betaalt aan een verzekeraar of een bank om later een aanvullend pensioen te ontvangen. Deze inleg is onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar bij je belastingaangifte. Zo moet je een pensioentekort hebben en krijg je te maken met het begrip jaarruimte. Hoe dat zit, lees je in het vervolg van dit artikel.
Bij het ingaan van nieuwe pensioenregels zijn de regels om met lijfrente extra pensioen op te bouwen verruimd. Hierdoor is het mogelijk om een groter deel van je premie-inleg op te voeren bij je aangifte inkomstenbelasting. De belangrijkste aanpassingen zijn:
- De fiscale jaarruimte voor de aftrek van lijfrentepremies wordt verhoogd naar 30% van het inkomen waarmee je spaart voor jouw pensioen. Dat geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023. Voorwaarde is dat je een pensioentekort hebt.
- Je kan tot 10 jaar terug gebruikmaken van de jaarruimte voor aftrek van lijfrentepremies. Dat was tot nu toe 7 jaar. Hierdoor kun je ook een pensioentekort uit het verleden benutten.
- Je mag tot 5 jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd lijfrentepremie inleggen voor extra lijfrente. Voorheen lag die grens bij de AOW-leeftijd.
Wat is de jaarruimte?
Lijfrentepremie is dus fiscaal aftrekbaar, maar alleen als je jouw jaarruimte nog niet volledig hebt gebruikt. Dit betekent dat je in dat jaar een aantoonbaar pensioentekort hebt. Oftewel, je hebt niet genoeg pensioen opgebouwd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je ondernemer bent en geen pensioen opbouwt via een werkgever, als je in deeltijd werkt, of als je werkgever slechts een beperkte pensioenregeling aanbiedt. Binnen de grenzen van je jaarruimte mag je de betaalde lijfrentepremies aftrekken van je inkomen, waardoor je minder belasting betaalt.
Je kunt zelf jouw jaarruimte berekenen voor de aftrek van lijfrentepremies en hier meer lezen over lijfrentes.
Andere vorm
Is de einddatum van je lijfrenteverzekering bereikt, maar wil je nog geen gebruik maken van de uitkering? Dan kun je de lopende verzekering verlengen. Je kunt eventueel ook van verzekeraar wisselen of een andere vorm kiezen. Zo kun je ervoor zorgen dat je aanvullend pensioen zo goed mogelijk past bij je huidige situatie.
Banksparen werkt iets anders dan een lijfrenteverzekering. Bij banksparen ontvang je vanaf je AOW-leeftijd maximaal twintig jaar een uitkering. Als jij overlijdt, dan stopt de uitkering. Het overgebleven tegoed gaat dan naar je nabestaanden. Over het algemeen levert banksparen meer rendement op dan een uitkering van een lijfrenteverzekering. Daarnaast worden bij deze spaarvorm minder kosten in rekening gebracht, wat positief is voor de opbrengst.
Oude regelingen
Voor lijfrenteverzekeringen die voor 1992 zijn afgesloten en voor premiebetalende lijfrenteverzekeringen die voor 16 oktober 1990 zijn ingegaan, gelden andere regels. Je hoeft dan vaak geen lijfrente aan te kopen. Bovendien mag je het gespaarde bedrag dan (onder voorwaarden) ook aan iemand schenken.
Pensioen, lijfrente en de jaarruimte zijn relatief complexe zaken. Zeker omdat ieders pensioensituatie anders is. Laat je dan ook goed adviseren voordat je stappen neemt voor je (toekomstige) pensioen.